De Nederlandse Uilebaard Krielen zijn een krachtig ontwikkeld, gestrekt landhoentype met een naar achteren, maar niet laag gedragen, rijk ontwikkelde, tamelijk gespreide staart en enigszins schuin naar beneden gedragen vleugels. De middelgrote kop van dit ras is zeer opvallend. De kam bestaat uit twee helderrode, kegelvormige evenwijdig aan elkaar staande hoorntjes, die op een laag gewelfde basis staan. De hoorntjes mogen bij de haan 1.5 a 2 cm en bij de hen 0.75 a 1 cm lang zijn. Bij de Nederlandse Uilebaardkrielen wordt geen maat aangegeven. Achter de kamhoorntjes staan niet te sterk ontwikkelde kroesveertjes. Het ras heeft grote verhoogd liggende neusgaten. Rondom de snavel bevindt zich een zo groot mogelijke dichtbevederde ronde baard die tot over de wangen reikt. De vrij kleine, witte oorlellen zijn niet zichtbaar door de baardvorming. Kinlellen ontbreken het liefst geheel en worden, voorzover wel aanwezig door de baard aan het oog onttrokken. Nederlandse Uilebaard Krielen hebben bruinrode ogen. Bij de Nederlandse Uilebaard Krielen is toeptekening toegestaan. Lovertekening gaat evenwel voor bij overigens gelijkwaardige dieren. De kleurslagen zijn van de Nederlandse Uilebaard Krielen zijn zwart, wit, blauw gezoomd, koekoek, goud zwart geloverd, zilver zwartgeloverd, geel witgeloverd, goudpel, zilverpel, moorkop goudbruin, moorkop goudgeel en moorkop wit. Als nut ras horen de Nederlandse Uilebaard Krielen onder de sierrassen. De Nederlandse Uilebaard Kriel heeft een tweehoornige kam. Het gewicht van de haan is ongeveer 800 gram en van de hen 700 gram. De ringmaat is voor de haan 13 mm. en voor de hen 11 mm. |